Hebben suikerbieten sporenelementen nodig?

Het antwoord daarop is ja. Maar waarom en hoe werkt dat? Speelt grondsoort een rol? Hieronder leest u wat de belangrijkste sporenelementen borium en mangaan doen en waarom magnesium en molybdeen belangrijk zijn.

Waar bij lichte gronden de beperkte bodemvoorraad van sporenelementen een belangrijke factor is voor al dan niet zichtbare gebreken, is dat op kleigronden met name moeilijke groeiomstandigheden. Omdat de groeiomstandigheden zelden perfect zijn, maar u wel een optimale opbrengst wilt halen, is het van belang de inzet van sporenelementen middels een bladmesting met uw adviseur te bespreken.

Borium

Bieten hebben voornamelijk borium en mangaan nodig. Wanneer gebrek aan deze elementen optreedt, kunnen de gevolgen verschillen. De volgende situaties zijn de basis voor boriumgebrek:

  • Zand- en dalgronden en in mindere mate de lössgronden hebben doorgaans een lage bodemvoorraad borium.
  • Bij een hoge pH van de grond treedt snel boriumgebrek op.
  • Bij droge omstandigheden nemen bieten heel moeilijk borium op uit de bodem.

Gebrek aan borium veroorzaakt hartrot. De jongste blaadjes sterven af en er worden zijscheuten gevormd. Dit geeft een behoorlijk negatief effect op de opbrengst. En let op: een tekort is onomkeerbaar. Daarom is het zaak er op tijd bij te zijn.

Hartrot veroorzaakt door boriumgebrek

Hartrot veroorzaakt door boriumgebrek

Mangaan

Bieten zijn ook gevoelig voor mangaangebrek. Mangaangebrek treedt vooral op:

  • Op lichte grond; mangaan spoelt makkelijk uit.
  • Bij een hoge pH van de grond (<6,0 pH).
  • Bij erg humusrijke gronden.
  • Antagonisme met anderen kationen (omwisseling met andere positief geladen elementen).

Mangaan activeert enzymen in de plant. Het is bijvoorbeeld betrokken bij fotosynthese en metabolisme van eiwitten en koolhydraten. Gebrek aan mangaan kan al vroeg optreden (zesde blad stadium). Uiteindelijk leidt mangaangebrek tot opbrengstderving.

Magnesium

Naast borium en mangaan zijn magnesium en molybdeen voor suikerbieten belangrijke sporenelementen.

Magnesium speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van chlorofyl. Een tekort kost opbrengst en geeft een lager suikergehalte. Tekorten treden op:

  • Op zandgronden
  • Snelle groeifasen
  • Hoog kaliumniveau in de bodem
  • Ongunstige groeiomstandigheden, zoals droogte en kou
  • Aantasting door aaltjes.

Molybdeen

Molybdeen is van belang bij de stikstofbenutting en is een belangrijke component in de omzetting van nitraat in de plant. Tekort aan molybdeen wordt veroorzaakt door:

  • Een te lage pH
  • Een hoog ijzergehalte.

Als de groeiomstandigheden niet perfect zijn, hebben de bieten al snel last van gebrek aan sporenelementen. Een bladbemesting met YaraVita BRASSITREL PRO is daarom een erg goede verzekering tegen deze gebreksverschijnselen en de opbrengstderving die op de loer ligt. Dit geldt voor zowel zand- als kleigronden.

Door de bieten goed te voorzien van sporenelementen, zijn de bieten ook vitaler en kunnen zichzelf beter beschermen tegen ziekten.