Kwaliteit in de praktijk

De productie van kwaliteitstarwe vereist doelgericht gewasbeheer. De juiste bemesting met de juiste meststof is beslissend voor de kwaliteit en daarmee voor het bedrijfsresultaat. Waarop moet u letten?

Hoog N-rendement

 

Stikstofopname 

Met toenemende bemesting nemen ook de opbrengsten per hectare toe tot de maximale opbrengst is bereikt. Met extra N-bemesting is de opbrengst dan niet verder te verhogen, zoals duidelijk blijkt uit de stikstof-responsegrafieken. De stikstofopname en het eiwitgehalte blijven echter nog wél rechtlijnig toenemen nadat de maximale opbrengst bereikt is. In afbeelding 1 is deze samenhang duidelijk te zien. Beperking van de stikstoftoediening om economische of ecologische redenen heeft daardoor wél grote gevolgen voor het eiwitgehalte maar in eerste instantie niet op de opbrengst per hectare. En dat leidt tot de vraag hoe kwaliteit en opbrengst kunnen worden gegarandeerd bij beperking van de N-bemesting.

 

Variabele toediening 

Gedeelde N-giften hebben zich al lang geleden bewezen. Die methode maakt het mogelijk om het stikstofaanbod aan te passen aan het opnamevermogen en aan de werkelijke behoeften van de plant waardoor het stikstofrendement verbetert. De verdeling van de N-bemesting over drie of vier giften verhoogt het eiwitgehalte en de opbrengst per hectare ten opzichte van slechts één of twee bemestingsrondes. Om dezelfde reden blijft er na de oogst minder stikstof achter in de bodem en dat verkleint het risico op uitspoeling.

 

Late gift

Tijdens de laatste (derde of vierde) bemestingsronde dient men uiterst nauwkeurig te werk te gaan. Gebruik wegens de korte opnameperiode voor de laatste gift uitsluitend direct werkzame N-meststoffen met een hoge nitraatconcentratie. Dit draagt bij aan een efficiënte opname van de stikstof in het graan. Afbeelding 4 illustreert de invloed van het tijdstip van de late gift op de opbrengst en op het eiwitgehalte.

 

Zwavelbemesting

praktijk zwavelbemestingZwavel verhoogt de kwaliteit 

De toediening van zwavel is cruciaal voor bemestingsstrategieën die op maximale kwaliteit zijn gericht. Zonder zwavel bereikt tarwe nooit zijn volledige potentieel wat betreft opbrengst, kwaliteit en eiwitgehalte. Afbeelding 5 toont de resultaten van praktijktests met verschillende zwavelbemestingsstrategieën. Opbrengst en eiwitgehalte worden hierbij vergeleken voor gemiddelde en hoge stikstofconcentraties. De resultaten tonen het potentieel van zwavel aan bij het verbouwen van kwaliteitstarwe.


 

Goede timing

Precisielandbouw 

Verhoging van het eiwitgehalte met een late gift vereist een nauwkeurige dosering. Met hulpmiddelen voor de precisielandbouw zoals de N-Tester® en de N-Sensor® is de stikstoftoestand van het gewas nauwkeurig te meten. Hiermee is gedoseerde toediening mogelijk en bij gebruik van de N-Sensor ook de juiste verdeling van de N-bemesting over uw akker. Door in te spelen op verschillen binnen het perceel kan de N-efficiency toenemen. Een hogere N-benutting vertaalt zich in hogere opbrengst en/of hoger eiwitgehalte. Ook daalt de kans op N-verliezen.

n-sensor tarwen-tester tarwe

 

Aantoonbare resultaten

Praktijktests hebben aangetoond hoe met de N-Tester® en met de N-Sensor® het eiwitgehalte en de opbrengst kunnen worden verbeterd ten opzichte van gangbare bemestingsstrategieën. Het gebruik van de N-Tester bij een praktijktest van Arvalis in Frankrijk verhoogde het eiwitgehalte met 0,3% en de opbrengst met 0,12 t/ha bij dezelfde hoeveelheid N-bemesting.

effect van kasn-vomen

 

 

Beste N-vorm

Voorkomen van verliezen 

Het is bekend dat ureum en urean door ammoniakvervluchtiging vaak hogere verliezen hebben dan nitraatmeststoffen. Om hetzelfde eiwitgehalte en dezelfde opbrengst te bereiken, wordt daarom in Duitsland en Frankrijk veelal 10-15% meer N gebruikt dan met nitraatmeststoffen (KAS en KAS+S). Dit is eigenlijk niet wenselijk en lastig te combineren met gebruiksnormen zoals in in Nederland en Denemarken. Bovendien zijn de verliezen uit ureum en urean afhankelijk van de weersomstandigheden en daarmee moeilijk te voorspellen. Dat maakt het erg lastig om juist de essentiële laatste N-gift met ureum of urean nauwkeurig te doseren. De superieure eigenschappen van nitraatmeststoffen ten opzichte van ureummeststoffen als het aankomt op opbrengst en kwaliteit, zijn in talloze onderzoeken bevestigd.