Een uitgebalanceerd bemestingsprogramma is essentieel. Ondanks dat aanmerkelijk geringere hoeveelheden sporenelementen nodig zijn, moeten ze in de juiste verhouding beschikbaar zijn, omdat ze in belangrijke mate bijdragen aan het realiseren van een hoge opbrengst. De belangrijkste sporenelementen voor aardappelen zijn borium, koper, mangaan en zink.
Het verhogen van de aardappelopbrengst
Hogere opbrengsten worden door optimale aantallen knollen, het behoud van gezond loof en een toename van het gewicht en de grootte van de knollen bereikt. Een uitgebalanceerd bemestingsprogramma dat rekening houdt met alle macro-nutriënten en sporenelementen, draagt in belangrijke mate ertoe bij dat aan al deze factoren wordt voldaan.
Bemesting en aardappelopbrengst
Kalium en stikstof zijn qua hoeveelheid de belangrijkste voedingsstoffen voor een hoge aardappelopbrengst. Fosfaat, calcium en magnesium zijn in mindere hoeveelheden noodzakelijk maar toch belangrijk. Hoewel de onttrekking verschilt per perceel en afhankelijk is van de oogst, heeft de aardappelplant doorgaans zeker 50% meer kalium dan stikstof nodig. Zo wordt bij een opbrengst van 50 t/ha meer dan 200 kg/ha kalium en 115 kg/ha stikstof aan de bodem onttrokken.
Opname van macro-nutriënten van aardappelen
De opname van voedingsstoffen verandert gedurende het verloop van de groeifase van het gewas. In het begin van het voorjaar is er een grote behoefte aan macro-nutriënten. Om een lagere opbrengst te voorkomen, is het belangrijk dat het gewas voor de opname over voldoende voedingsstoffen kan beschikken. Zowel kalium als stikstof is gedurende de gehele vegetatieve groei nodig voor de vorming van knollen en de opslag van reservestoffen.
Kalium is vooral van belang voor de realisatie van een hoge opbrengst, maar ook voor de gezondheid van de knollen. Luxeconsumptie (overtollige opname) van kalium is kenmerkend voor aardappelen. Stikstof speelt een belangrijke rol bij de blad- en knolgroei. Net als bij kalium wordt bij de knolgroei veel stikstof uit de bladeren naar de knol getransporteerd. Fosfaat is met name in de vroege groeifase in relatief grote hoeveelheden vereist voor de wortelvorming en de knolzetting. Verder is fosfaat tegen het einde van het seizoen nodig voor de knolgroei.
Opname van sporenelementen van aardappelen
Hoewel de behoefte aan sporenelementen veel kleiner is, is de juiste verhouding van deze elementen essentieel voor de kwaliteit van de oogst.
Yara's advies voor elke aardappelenopbrengstprobleem
Aantal aardappelknollen beïnvloeden
Toename van de knolgrootte
Gebreksverschijnselen in aardappel
Identificeer en diagnosticeer of uw aardappel lijdt aan een tekort of gebrek aan voedingsstoffen. Vind meer informatie over de symptomen en oorzaken en over het controleren of corrigeren van tekorten aan voedingsstoffen in aardappel of blader door de afbeeldingen om een diagnose te stellen van de tekortkoming van uw gewas.
Ga naar Gebreksverschijnselen in aardappel
Yara's bemestingsadviezen kunnen je helpen de maximale opbrengst te behalen. Bekijk onze aanbeveling voor aardappel.
Onze kennis van aardappel
Grow the future
Yara's aanbevolen meststoffen voor aardappel